MONTEREN -Gegoten folies met luchtkanalen:
Gegoten folies zijn zacht en flexibel en zijn vooral bedoeld voor langdurige toepassingen en kunnen vervormd worden over een substraat.
Bij voertuigen bijvoorbeeld, die geulen en knikken hebben, is een gegoten folie de oplossing.
Maar je moet niet vergeten dat de folie na montage goed aangedrukt moet worden wanneer deze bijvoorbeeld over oneffen, concave en convexe oppervlakken gemonteerd wordt.
Ook moeten de opgerekte delen van de folie 'doodgeföhnd' (post-heating) worden om het geheugen uit de folie te halen (de folie wil immers terug naar zijn originele vorm).
Dit wordt gedaan met een hittepistool. Welke temperatuur daarvoor nodig is, is bij elke foliefabrikant anders. Lees hiervoor de richtlijnen van de desbetreffende fabrikant.
-TIP: wij adviseren om bij ons een goede vakkundige praktijktraining te volgen waar je alles leert hoe je een folie moet monteren op de meest uiteenlopende oppervlakken.
Klik hier voor ons overzicht. (LINK)
Wanneer de folie luchtkanalen in de lijmlaag heeft, moeten deze aangedrukt worden zodat de luchtkanalen zich sluiten. Vaak wordt dit vergeten aangezien het monteren van folies met luchtkanalen veel sneller gaat dan conventionele lijmlagen.
Maar lucht onder folie is immers gevaarlijk; ingesloten lucht kan uitzetten tijdens opwarming en dus een luchtbelletje worden. Men dient erop bedacht te zijn dat de lijmlaag dus 100% moet hechten op elke vierkante millimeter, om loslaten te voorkomen.
Vergeet niet de randen extra aan te duwen. Vuil kan in de luchtkanalen kruipen. Voor het globaal aanduwen zet je je hittepistool op ongeveer 50-60 graden en druk de folie aan totdat het afgekoeld is.
Voor het 'doodföhnen' (post-heaten) van de risicoplaatsen is er veel meer warmte nodig. Meestal is dit tussen 90 - 110 graden Celsius. Maar kijk a.u.b. naar de richtlijnen van de desbetreffende folie.
Gebruik de volgende rakels voor een goede montage:
150-3MPA-1, 150-3MPA-2, 150-LM10, 150-090, 150-080, 150-078
Gebruik de volgende viltjes om krassen in folie te voorkomen:
500-018, 500-019, 500-045, 500-046, 500-041, 500-037, 500-038, 500-039, 500-040
Gebruik de volgende precisierakels voor de moeilijk bereikbare plaatsen:
150-090, 150-088, 150-101, 150-100
De volgende mesjes geven een perfecte snede zonder veel mesdruk te hoeven zetten:
100-SAC-1, 100-A300R, 100-A300GR, 100-D400, 120-SAB-10, 120-BD-100a
Voor het verwarmen en meten van de temperatuur (bij het doodföhnen of post-heaten):
400-HM-2, 400-HL1620S, 400-HG2120E, 400-HG2120E-CS, 400-BB-2235, 400-IR02
Reinig een oppervlak van vet, olie, teer, lijm, paraffine, wax:
600-T800, 600-T900
Reinig een oppervlak van straatvuil, lijm en algemeen vuil:
600-SC02
Verbetering van hechting in geulen en moeilijke knikken:
600-AA1400
Bij voertuigen bijvoorbeeld, die geulen en knikken hebben, is een gegoten folie de oplossing.
Maar je moet niet vergeten dat de folie na montage goed aangedrukt moet worden wanneer deze bijvoorbeeld over oneffen, concave en convexe oppervlakken gemonteerd wordt.
Ook moeten de opgerekte delen van de folie 'doodgeföhnd' (post-heating) worden om het geheugen uit de folie te halen (de folie wil immers terug naar zijn originele vorm).
Dit wordt gedaan met een hittepistool. Welke temperatuur daarvoor nodig is, is bij elke foliefabrikant anders. Lees hiervoor de richtlijnen van de desbetreffende fabrikant.
-TIP: wij adviseren om bij ons een goede vakkundige praktijktraining te volgen waar je alles leert hoe je een folie moet monteren op de meest uiteenlopende oppervlakken.
Klik hier voor ons overzicht. (LINK)
Wanneer de folie luchtkanalen in de lijmlaag heeft, moeten deze aangedrukt worden zodat de luchtkanalen zich sluiten. Vaak wordt dit vergeten aangezien het monteren van folies met luchtkanalen veel sneller gaat dan conventionele lijmlagen.
Maar lucht onder folie is immers gevaarlijk; ingesloten lucht kan uitzetten tijdens opwarming en dus een luchtbelletje worden. Men dient erop bedacht te zijn dat de lijmlaag dus 100% moet hechten op elke vierkante millimeter, om loslaten te voorkomen.
Vergeet niet de randen extra aan te duwen. Vuil kan in de luchtkanalen kruipen. Voor het globaal aanduwen zet je je hittepistool op ongeveer 50-60 graden en druk de folie aan totdat het afgekoeld is.
Voor het 'doodföhnen' (post-heaten) van de risicoplaatsen is er veel meer warmte nodig. Meestal is dit tussen 90 - 110 graden Celsius. Maar kijk a.u.b. naar de richtlijnen van de desbetreffende folie.
Gebruik de volgende rakels voor een goede montage:
150-3MPA-1, 150-3MPA-2, 150-LM10, 150-090, 150-080, 150-078
Gebruik de volgende viltjes om krassen in folie te voorkomen:
500-018, 500-019, 500-045, 500-046, 500-041, 500-037, 500-038, 500-039, 500-040
Gebruik de volgende precisierakels voor de moeilijk bereikbare plaatsen:
150-090, 150-088, 150-101, 150-100
De volgende mesjes geven een perfecte snede zonder veel mesdruk te hoeven zetten:
100-SAC-1, 100-A300R, 100-A300GR, 100-D400, 120-SAB-10, 120-BD-100a
Voor het verwarmen en meten van de temperatuur (bij het doodföhnen of post-heaten):
400-HM-2, 400-HL1620S, 400-HG2120E, 400-HG2120E-CS, 400-BB-2235, 400-IR02
Reinig een oppervlak van vet, olie, teer, lijm, paraffine, wax:
600-T800, 600-T900
Reinig een oppervlak van straatvuil, lijm en algemeen vuil:
600-SC02
Verbetering van hechting in geulen en moeilijke knikken:
600-AA1400
MONTEREN -Gegoten folies met luchtkanalen:
Gegoten folies zijn zacht en flexibel en zijn vooral bedoeld voor langdurige toepassingen en kunnen vervormd worden over een substraat.
Bij voertuigen bijvoorbeeld, die geulen en knikken hebben, is een gegoten folie de oplossing.
Maar je moet niet vergeten dat de folie na montage goed aangedrukt moet worden wanneer deze bijvoorbeeld over oneffen, concave en convexe oppervlakken gemonteerd wordt.
Ook moeten de opgerekte delen van de folie 'doodgeföhnd' (post-heating) worden om het geheugen uit de folie te halen (de folie wil immers terug naar zijn originele vorm).
Dit wordt gedaan met een hittepistool. Welke temperatuur daarvoor nodig is, is bij elke foliefabrikant anders. Lees hiervoor de richtlijnen van de desbetreffende fabrikant.
-TIP: wij adviseren om bij ons een goede vakkundige praktijktraining te volgen waar je alles leert hoe je een folie moet monteren op de meest uiteenlopende oppervlakken.
Klik hier voor ons overzicht. (LINK)
Wanneer de folie luchtkanalen in de lijmlaag heeft, moeten deze aangedrukt worden zodat de luchtkanalen zich sluiten. Vaak wordt dit vergeten aangezien het monteren van folies met luchtkanalen veel sneller gaat dan conventionele lijmlagen.
Maar lucht onder folie is immers gevaarlijk; ingesloten lucht kan uitzetten tijdens opwarming en dus een luchtbelletje worden. Men dient erop bedacht te zijn dat de lijmlaag dus 100% moet hechten op elke vierkante millimeter, om loslaten te voorkomen.
Vergeet niet de randen extra aan te duwen. Vuil kan in de luchtkanalen kruipen. Voor het globaal aanduwen zet je je hittepistool op ongeveer 50-60 graden en druk de folie aan totdat het afgekoeld is.
Voor het 'doodföhnen' (post-heaten) van de risicoplaatsen is er veel meer warmte nodig. Meestal is dit tussen 90 - 110 graden Celsius. Maar kijk a.u.b. naar de richtlijnen van de desbetreffende folie.
Gebruik de volgende rakels voor een goede montage:
150-3MPA-1, 150-3MPA-2, 150-LM10, 150-090, 150-080, 150-078
Gebruik de volgende viltjes om krassen in folie te voorkomen:
500-018, 500-019, 500-045, 500-046, 500-041, 500-037, 500-038, 500-039, 500-040
Gebruik de volgende precisierakels voor de moeilijk bereikbare plaatsen:
150-090, 150-088, 150-101, 150-100
De volgende mesjes geven een perfecte snede zonder veel mesdruk te hoeven zetten:
100-SAC-1, 100-A300R, 100-A300GR, 100-D400, 120-SAB-10, 120-BD-100a
Voor het verwarmen en meten van de temperatuur (bij het doodföhnen of post-heaten):
400-HM-2, 400-HL1620S, 400-HG2120E, 400-HG2120E-CS, 400-BB-2235, 400-IR02
Reinig een oppervlak van vet, olie, teer, lijm, paraffine, wax:
600-T800, 600-T900
Reinig een oppervlak van straatvuil, lijm en algemeen vuil:
600-SC02
Verbetering van hechting in geulen en moeilijke knikken:
600-AA1400
Bij voertuigen bijvoorbeeld, die geulen en knikken hebben, is een gegoten folie de oplossing.
Maar je moet niet vergeten dat de folie na montage goed aangedrukt moet worden wanneer deze bijvoorbeeld over oneffen, concave en convexe oppervlakken gemonteerd wordt.
Ook moeten de opgerekte delen van de folie 'doodgeföhnd' (post-heating) worden om het geheugen uit de folie te halen (de folie wil immers terug naar zijn originele vorm).
Dit wordt gedaan met een hittepistool. Welke temperatuur daarvoor nodig is, is bij elke foliefabrikant anders. Lees hiervoor de richtlijnen van de desbetreffende fabrikant.
-TIP: wij adviseren om bij ons een goede vakkundige praktijktraining te volgen waar je alles leert hoe je een folie moet monteren op de meest uiteenlopende oppervlakken.
Klik hier voor ons overzicht. (LINK)
Wanneer de folie luchtkanalen in de lijmlaag heeft, moeten deze aangedrukt worden zodat de luchtkanalen zich sluiten. Vaak wordt dit vergeten aangezien het monteren van folies met luchtkanalen veel sneller gaat dan conventionele lijmlagen.
Maar lucht onder folie is immers gevaarlijk; ingesloten lucht kan uitzetten tijdens opwarming en dus een luchtbelletje worden. Men dient erop bedacht te zijn dat de lijmlaag dus 100% moet hechten op elke vierkante millimeter, om loslaten te voorkomen.
Vergeet niet de randen extra aan te duwen. Vuil kan in de luchtkanalen kruipen. Voor het globaal aanduwen zet je je hittepistool op ongeveer 50-60 graden en druk de folie aan totdat het afgekoeld is.
Voor het 'doodföhnen' (post-heaten) van de risicoplaatsen is er veel meer warmte nodig. Meestal is dit tussen 90 - 110 graden Celsius. Maar kijk a.u.b. naar de richtlijnen van de desbetreffende folie.
Gebruik de volgende rakels voor een goede montage:
150-3MPA-1, 150-3MPA-2, 150-LM10, 150-090, 150-080, 150-078
Gebruik de volgende viltjes om krassen in folie te voorkomen:
500-018, 500-019, 500-045, 500-046, 500-041, 500-037, 500-038, 500-039, 500-040
Gebruik de volgende precisierakels voor de moeilijk bereikbare plaatsen:
150-090, 150-088, 150-101, 150-100
De volgende mesjes geven een perfecte snede zonder veel mesdruk te hoeven zetten:
100-SAC-1, 100-A300R, 100-A300GR, 100-D400, 120-SAB-10, 120-BD-100a
Voor het verwarmen en meten van de temperatuur (bij het doodföhnen of post-heaten):
400-HM-2, 400-HL1620S, 400-HG2120E, 400-HG2120E-CS, 400-BB-2235, 400-IR02
Reinig een oppervlak van vet, olie, teer, lijm, paraffine, wax:
600-T800, 600-T900
Reinig een oppervlak van straatvuil, lijm en algemeen vuil:
600-SC02
Verbetering van hechting in geulen en moeilijke knikken:
600-AA1400